Terug naar Schijndel in de frontlijn

 

WAT ONZE BEVRIJDERS SCHREVEN

 

Naast de befaamde Highland Division, die op den 2en verjaardag van El Alamein onze gemeente bevrijdde, waren het ook de z.g.n. Desert Rats, die in deze bevrijding deel hadden.

In hun gedenkboek, dat onder den titel "a Short History of the 7th Armoured Division. June 1943 - July 1945" verscheen en dat vele foto's uit hun strijd o.a. van een versierd oorlogsgraf te Berlicum en van de omgeving van Sluis 0 bevat, staat op de blzn. 91, 92 en 93 over de oorlog in onze omgeving.

"Op den 25en September bereikte de 5e Dragoon Guards Division St. Oedenrode. 5 K.M. ten Z. van Veghel. Zij hadden heftigen tegenstand van pantservuisten, waarmee vanuit de 'bosschen op hen werd geschoten, bovendien stond er nog een tank in de bosschen ten O. van St. Oedenrode. De patrouilles van het 1O1e luchtlandingsleger der U.S.A., die van Veghel afkwamen, maakten contact met de troepen uit Eindhoven. De volgende middag werd de belangrijke lijn weer doorbroken door een kleine groep commando-troepen, ondersteund door een Panter-tank. Dit gevaar werd weer afgewend, ofschoon de vijandelijke troepen steeds maar een paar duizend meter van de corridor verwijderd bleven, nabij Olland ep ten N.O. van Veghel. De corridor was steeds onder artillerie-vuur vanaf Veghel tot St. Oedenrode. Ge­wapende patrouilles waren echter opgerukt tot op 5000 M. van de spoorlijn in Schijndel. De volgende morgen kwam de 131e Brigade om de bescherming van de corridor tusschen Veghel en St. Oedenrode over te nemen en de tanks breidden de gevechtszone uit naar het W. naar Dinther en Heeswijk met de 5e groep van de Royal Tanks en naar het N. tot Nistelrode met de 1e groep van de Royal Tanks. Na een kort gevecht te Heesch, stieten de Soldaten van 11th Hussars door naar Oss. Op de 29e werden de 131e Brigade en de 11th Hussars nabij de Zuid-Willemsvaart afgelost door de 158e Brigade van de 53e Welsh Division en daardoor was de lijn gestabiliseerd en zoo bleef het in de volgende 3 weken. De 131e Brigade hield een front bezet van ongeveer 4 K.M. vanaf het kanaal nabij Middelrode, loopende naar het N.O. met de 22e Brigade in het N. tot de hoofdweg van Oss naar 's-Hertogenbosch, met patrouilles naar het Z.O. in de bosschen en op de nabijgelegen boerderijen.

Ten N. van het kanaal was nu een sterke vijandelijke macht samengetrokken om de meer belangrijke toegangen naar ‘s-Hertogenbosch te behouden. De vijand probeerde dit door het aanleggen van sterke stellingen, goed uitgerust met pantservuisten en anti-tankgeschut, alles omringd met mijnenvelden. Wij konden dit niet verhinderen, daar het hier een operatie-terrein betrof, waar wij vanwege de dijken en bosschen geen gebruik konden maken van tanks. Dikwijls veranderde de vijand van stelling om zoodoende onze gewapende patrouilles te verrassen.

Twee keer ging de vijand over tot tegenaanvallen! Ter sterkte van 1 bataljon trok hij op de 26e op naar Heesch, maar deze aanval kostte hem 250 gevangenen. Op den 11e deed hij nog een kleine aanval op Geffen, waar hij 20 dooden achterliet. Beide aanvallen werden met weinige moeite uiteengeslagen door onze artillerie. Later toen de vijand versterking kreeg van de vastberaden Fallschirmjäger, werd zijn patrouille-activiteit intensiever.

Het eenigste wat in de daaropvolgende weken interessant was, en door den vijand werd uitgelokt, was de heftige con­currentie in het vernietigen van kerkttorens, waarvan de vijand valschelijk geloofde, dat wij ze als observatie-post gebruikten. De vijand begon met het afvuren van 80 granaten op den toren van Dinther, maar die was van soliede constructie en bleef staan. De 158e Brigade nam represaille dooreen doeltreffend vuur te openen op de kerktorens van Olland en Wijbosch.

Het antwoord van den vijand was de aanval op Geffen, reeds eerder genoemd, die ten doel had de toren op te blazen, maar toen dit verijdeld werd, probeerde hij zijn doel te bereiken door de aanwending van een automatisch kanon, dat speciaal voor dit doel naar voren werd gebracht."

 

 

 Terug naar Schijndel in de frontlijn