De maand Augustus van het jaar 1944 liep ten einde en de spanning, die na 6 Juni de vermaarde dag der invasie, was geluwd, laaide weer op. want er was nieuws, groot nieuws. De Duitsche legers bij Caen en Avranches werden omsingeld, Parijs bevrijdde zichzelf op 24 Aug. nadat Patton's tankcolonnes diep in het hart van Frankrijk waren doorgestooten en de maand September zou de bevrijding van België en Nederland brengen.
Dat was in het vermaarde 1944 en het lijkt ons geenszins
overbodig om een korte terugblik op de gebeurtenissen van toen te geven. Wij
zullen dit doen aan de hand van de ons ten
dienste staande gegevens, terwijl de in dit boekje opgenomen foto's
het U zullen vergemakkelijken om in gedachten de oorlog in Schijndel nogmaals
te beleven.
Zondag 3 Sept. gaf de B.B.C. de bevrijding door van Namen, even
later gevolgd door die van Brussel en meteen was de spanning ten top gestegen.
De een wist al sterkere verhalen dan de ander en velen verwachten de
"vliegende" legers der geallieerden ieder oogenblik. Dit werd nog verhoogd
door de gedurige terugtocht der Duitsche militairen met hun wankele voertuigen.
Maandag 4 Sept. trok het de geheele dag door onze Hoofdstraat
en op den befaamde Dolle Dinsdag nam de Heimkehr nog grooter vormen aan en
bleken alle vervoermiddelen goed te zijn om Hitler's soldaten naar het Derde
Rijk terug te voeren.
Intusschen werden vele geruchten met gretigheid beluisterd en
voortverteld. Ze zaten in Turnhout, in Hilvarenbeek en toen zelfs Eindhoven al
bezet moest zijn, was het geen wonder, dat velen die richting uit staarden of
"ze" nog niet kwamen.
Wel werden op 4 en 5 Sept. de rails zoodanig bewerkt, dat het treinverkeer onder Schijndel stagnatie ondervond.
De spoorwegaanslagen werden 8 September herhaald en hadden tot
gevolg. dat op 9 Sept. de lijnwacht werd ingesteld, dit op voorschrift der
Duitsche instanties, die bij herhaling der aanslagen de mannelijke bevolking
van onze gemeente en een aantal woningen zouden laten boeten voor deze
"sabotage".
De nachten waren ondertusschen vol van het geronk der
overvliegende vliegtuigprocessies en de dagen met het gedaver van ontploffingen waarvan niemand de herkomst wist.
De strijd aan het Albertkanaal was in volle felheid ontbrand en
om te bewijzen, dat hun "machtige" legers zooveel krijgsgevangenen
maakten, trokken enkele afgematte, oude Duitsche soldaten met een groep
geallieerde krijgsgevangenen op 13 Sept. door ons dorp. Het was de eerste maal,
dat wij de geallieerden in groepsverband zagen en den aanblik van hun marsch
leek meer of zij Duitsche krijgsgevangen begeleidden dan andersom. Het was op
denzelfden dag dat de kerk van St. Oedenrode getroffen werd door enkele bommen.
Daags daarna begon de uitreiking der noodkaarten, een feit, dat met het veraf zijnde gerommel bewees, dat het front naderbij kwam. Dien dag werden de eerste gemeenten in Nederland n.l. Eysden en Maastricht bevrijd.
15 en 16 Sept. werd de noodkaart-uitreiking voortgezet en was
deze arbeid bijna de eenige die verricht werd, want de bevrijding kon iederen
dag komen en gezien de activiteit der ondergrondsche beweging in Hoofdstraat en
Houterd, leek het een kwestie van uren te zijn.
In den voormiddag van den 17en Sept. waren de vliegtuigen, die
in grooter getal dan gewoonlijk, overkwamen duidelijk te zien en naarmate de
zon in kracht toenam, steeg hun aantal, om rond 2 uur een gedurige trek te
vormen.
Plotseling zagen
de duizenden toeschouwers op wegen, huizen en fabrieken iets wits, oranje, rood
en blauw, de vliegtuigen verlaten en steeds duidelijker teekenden zich de vele
parachutes tegen de lucht van den schoonen najaarsdag af. Dra snelden velen
naar de Koevering, waar vele parachutisten gedaald waren en cigaretten, thee,
koffie en parachutes in overvloed aanwezig bleken te zijn. Met karren en bakfietsen
trok men erop uit. Men sprak zijn beste Engelsch, schooide om nieuw geld en in
den laten avond liepen er al enkelen met Amerikaansche en Engelsche vlaggetjes
te zwaaien.
's Avonds moesten de parachutes worden ingeleverd op het
Gemeentehuis en teekende een roode gloed tegen den avondhemel de frontlijn af.
In de helsche donkerte van den volgenden nacht trokken de Duitschers in groote
getale Schijndel binnen, doch wees anders niets op het feit dat onze gemeente
in de frontlinie lag, of dat de verwachte spoedige bevrijdng niet bewaarheid
zou worden.
De geallieerden waren in de buurt, de eerste blijde dag was voorbij, de
dag van morgen zou de bevrijding brengen.
In het grauwe morgenlicht van Maandag 18 Sept. komen aan beide
zijden van de weg onder de boomen en langs de huizen de Duitschers aangeslopen.
Zij gaan langs den spoordijk in de richting van Eerde en reeds om ca. 6 uur
knallen ze er lustig op los. Rondom het station stellen ze steeds meer geschut
op en de arrogante manier van optreden der Duitschers brengt met het geregelde
afvuren der kanonnen de schrik onder de menschen.
Om ca. 8 uur komen 2 Amerikaansche wagentjes in snelle vaart
aanrijden. Al schietende rijden ze tusschen honderden Germanen door, verjagen
bij smid van Thiel de bedieningsmanschappen van het opgestelde geschut, totdat
hun Amerikaansch avontuur op den Boschweg eindigt. Een wagentje rijdt zich te
pletter tegen een dwars over den weg
geparkeerde Duitsche auto en het ander wordt buit gemaakt en later door de
Duitschers als hun vervoermiddel gebruikt. Het station is intusschen als
lazaret ingericht, de Roode-Kruiswagens rijden af en aan en ook het gestadige
vervoer der vele gewonden door de Hoofdstraat wijst op de felheid van den strijd.
In den middag kwamen weer honderden vliegtuigen met en zonder
zweefvliegtuigen over. Enkelen worden er omlaag geschoten o.a. een op de
Meijldoorn en de E.H.B.O. maakt zich verdienstelijk.
In den avond verlaten velen in en om het Spoor hun huizen en
vinden een toevlucht in de kom, waar men hun angst eigenlijk niet begrijpt.
Ondertusschen gaat de strijd aan de lijn voort; op wankele wagentjes,
boerenkarren en bolderwagens komen steeds meer gewonden binnen en de weinigen
die om het station zijn blijven wonen, hebben een verschrikkelijke avond en
nacht, vol van bloed en vuur.
Dinsdag 19 Sept. geeft hetzelfde beeld en de vele koeriers die het
bevrijde Veghel bezoeken of bezochten, brengen hoopvolle berichten omtrent onze komende bevrijding.
De ontruiming der Rooische heide en -dijk neemt groote vormen
aan en in den schuilkelder van Jansen de Wit, in het Moederhuis en in het
patronaat worden de eerste evacuatie-centra ingericht.
Den geheelen dag klinkt het geratel der vuurwapenen en steeds
meer jongelui gaan naar Veghel om de bevrijdingsfeesten mee te maken.
Een verpleegster die uit Eindhoven komt brengt hoopvolle
berichten, de tanks staan reeds in Eerde en bij de Damianen, doch de vreugde
wordt getemperd door de harde slagen die richting Eindhoven te hooren zijn en
iedereen duikt in den avond in den schuilkelder.
Maar Woensdag 20 Sept. zou het dan zeker gebeuren, de bezoekers
van Veghel wisten dit zeker en ook onze dappere eerste oorlogsvrijwilliger Henk
Zijlmans had zich in dezen zin uitgelaten. Op de Markt stellen de Duitschers 'n
stuk geschut op, schieten een paar maal en de ravage aan kapotte ruiten en
neergestorte plafonds is zoodanig, dat velen deze eerste bewijzen van den
oorlog in onze dorpskom gaan zien. In den voormiddag was het verdacht rustig,
wel klonk er een verwijderd geknal en zij met een goed gehoor konden zelfs de
tanks over den weg St. Oedenrode - Veghel hooren ratelen. Het Spoor was nu
niemandsland en de weinige bewoners die zich nog naar hun woningen waagden,
brachten ontstellende berichten over plundering en vervuiling van hun
bezittingen mee.
De gedurige trek van vliegtuigen en gliders bleef aanhouden en
de luchtafweer der Duitschers vuurde als bezeten.
Wanneer er een zweef- of gewoon vliegtuig naar beneden was
geschoten trok de E.H.B.O. er op af, doch ook Jan Publiek liet zich niet
onbetuigd en verleende zijn ongevraagde en soms zelfs ongewenschte hulp.
Ook in de Houterd waren geallieerde soldaten geland, maar deze "verdwaalden" werden dra gehuisvest en vonden later met nog enkele oorlogs-moede Duitschers in het St. Lidwina-Gesticht een goede schuilplaats tot de bevrijding, die iedereen toen spoedig verwachtte. De nacht van Woensdag op Donderdag kenmerkte zich door betrekkelijke rust, doch de patrouilles die in den morgen van 21 Sept. den molen van Nefkens als uitgangspunt hadden, kwamen zeer gehavend van de Heeswijksche brug terug. Was het Wijbosch bevrijd? Deze en andere geruchten gingen gretig van mond tot mond.
De eerste dooden vielen te betreuren en de avond en de nacht van
21 op 22 September bracht het grootste gedeelte van Schijndel in de
schuilkelders door, want het daverde en knalde aan vele zijden, doch weinigen
wisten waarom.
De telefoon werkte nog en via dit communicatie-middel vernam
men, dat in dien nacht de geallieerden het centrum van Schijndel waren
binnengetrokken en in enkele huizen reeds hun kwartieren hadden opgeslagen.
Het was ongelooflijk voor Boschweg begin der Hoofdstraat e.o.,
maar men leefde op hoop die onrustige nacht, waarin Schijndel al wakende zijn
bevrijding zag naderen.
Nadat de Amerikanen in den avond van den 21en Sept. reeds op de
Steeg en in de Kluisstraat waren geweest en via de "chief of the
underground" naar 't hoofdkwartier van de ondergrondsche beweging op de
kousenfabriek waren gebracht, was het voor het grootste gedeelte van Schijndel
eerst den vroegen morgen van 22 Sept. dat men de mannen die 5 dagen tevoren
rond Schijndel geland waren, kon begroeten. Dus het waren geen Duitschers op
kousenvoeten geweest die in dien nacht over velden en wegen hadden geloopen,
maar rasechte Amerikanen, die in houding, beweging en bewapening, direct aan
het wilde Westen deden denken.
Het fabrieksterrein was vlug van vijanden gezuiverd en via de
Hoofdstraat trokken de moderne Indianen op naar het Marktplein, waar een hevig
gevecht ontbrandde tusschen de Amerikanen en 2 Duitschers, die zich tusschen de
kloostermuur en het huis van de Wed. Ant. van Liempd verschanst hadden,
terwijl een andere Germaansche krijger blijk gaf den heldendood te willen sterven in zijn privé-egelstelling, die hij
in het op het Marktveld staande urinoir had ingericht. Na de gewone
kennismaking van wederzijdsch geweer- en mitrailleurvuur, kwam er een
vuurpauze, waarin de toen zoo algemeen bekende Broer Mathijssen op 'n motor
rijdende vanaf den Heikant, afleiding bracht. De twee Duitschers achter de
kloostermuur achtten begrijpelijkerwijze de baan toen veilig en brachten hun
mitrailleur in stelling op het Marktveld. Twee vuurstooten der achter de
tuinmuur van van Dijk gelegen Amerikanen was het gevolg en twee Oosterburen
hadden hun leven gegeven voor Hitler en het Groot-Germaansche Rijk, waarna de
andere Duitscher, na enkele tergeefsche pogingen met handgranaten te hebben
gedaan, door de Amerikanen via de openingen in de onderzijde van zijn
"bunker" op enkele schoten werd getracteerd en met zijn zakdoek de
witte vlag uit het urinoir stak.
Na dit roemrijke einde van Schijndel’s Sebastopol, begonnen de
gevechten op Schoot en Putsteeg. De enkele tanks waarover de geallieerden toen
hier beschikten gingen via de Pompstraat naar het strijdtoneel. (Zie foto pag.
28).
Tot één uur duurden hier de gevechten en hoewel verschillende
boerderijen in vlammen opgingen, kon op den middag het bevrijde Schijndel niet
ontevreden zijn, want de materieële schade was van dien aard, dat een zekere
vreugde niet misplaatst was. Vele krijgsgevangenen waren en werden
binnengebracht en al spoedig steeg hun aantal, in de tot krijgsgevangenkamp
ingerichte kousenfabriek, tot ongeveer 300. Van hun marsch door Schijndel geven
wij hierbij een goede foto.
Tot aan het Postkantoor was Schijndel vrij, de tanks kwamen ook
niet verder dan daar en de mitrailleurpost bij het Postkantoor was oorzaak van
het feit, dat drie wagens met Duitsche officieren daar hun einde vonden, terwijl
de motorordonnans zich had overgegeven.
Wel kwamen later op den dag drie parachutisten
"doorgewandeld", doch echt bevrijd voelde zich niemand. Er waren dan
ook geen vlaggen, geen oranje. De stemming was goed, maar het aantal
geallieerden en hun tanks was te gering in veIer oog.
Velen waagden laat op den middag een wandeling naar de kousenfabriek, waar de ex-ondergrondsche een heerlijke activiteit ontplooide. Op de trappen van het filterhuis zaten de gevangen genomen officieren en het drukke vertier van gevangenen en bewakers trok groote belangstelling.
Motoren waren plots in overvloed verschenen en het deed iedereen
goed de marechaussee's weer met hun oude nestels en oranje kwasten aan hun
sabels te zien paradeeren.
Ondanks het lugubere gezicht op het Marktveld, het doode paard
bij Joh. van Roessel en de ravage voor het Postkantoor, was de rust weergekeerd
in Schijndel, een rust die door de Amerikanen echter niet werd gedeeld.
Zij drongen op spoed aan met de nummering der gevangenen en tegen zeven uur vertrokken deze onder bewaking der illegalen in de richting Veghel. Langzaamaan verlieten ook de Amerikanen ons "bevrijde" dorp, met achterlating van een Patronaat vol Duitsche gewonden, waarover de vrijgelaten Duitsche dokter den scepter zwaaide.
Om acht uur was Schijndel niemandsland, waar spoedig weer de
eerste Duitschers hun entreé maakten. Groote verslagenheid heerschte onder de
bevolking en in angst en vreeze zag men de binnensluipende patrouilles naderen.
De nacht van 22 op 23 September was rustig voor onze toen aan
beschieting gewende ooren. De Duitsche voorhoedes trokken Schijndel binnen en
de inslag van een enkele granaat vormde met het geratel der gammele Duitsche
voertuigen, de proloog van de granaatweken die toen begonnen.
Terug naar Schijndel in de frontlijn