Terug naar Beeldschoon Schijndel
BEELDSCHOON SCHIJNDEL
Ten geleide
In zijn boek "Schijndel, historische
verkenningen" brengt
Pater Wiro Heesters onophoudelijk tot uiting, dat Schijndel in zijn historie
zeer vaak in armoedige omstandigheden verkeerde.
Pater Wiro spreekt in onderdeeltitels van zijn boek over een
zorgelijk bestaan, over het lief en leed in een verarmde gemeenschap, over de
armoede in de tijd na 1850.
Op het einde van de vorige eeuwen in het begin van de onze kwam
daarin wel verbetering, zij het dat allerlei ontwikkelingen en calamiteiten in
de eerste helft van onze eeuw een groei naar welzijn en welvaart in de weg
stonden. De tweede wereldoorlog was een angstig voorbeeld van die
calamiteiten. Schijndel kwam er na 1944 weer bovenop, de wederopbouw werd met
kracht ter hand genomen, de groei naar welvaart en welzijn kwam ook hier na
1955 op gang. Hard werken en achterstand in huisvesting en materiële verzorging
inhalen waren de nauwelijks uitgesproken parolen in de vijftiger en zestiger
jaren. Gelukkig werden culturele inspanningen in de naoorlogse jaren door b.v.
muziek en toneel, scholing en bibliotheekwerk, niet achterwege gelaten. De
Schijndelaar was echter niet gewend, zijn eigen erf of het gemeentelijk bezit
van wat meer dan de normale aankleding te voorzien. Geen luxe in de vorm van
kunstuitingen.
Het was burgemeester G.M. Scholten, die na zijn komst in 1976
uitdrukkelijk veel aandacht vroeg voor een wat andere aankleding van
gemeentelijke gebouwen en van de gemeente zelf. Hij constateerde b.v. dat het
gemeentehuis, een gebouw van niet veel meer dan 15 jaren oud, uitermate sober
was ingericht en aangekleed overeenkomstig de Schijndelse levensstijl van de
vijftiger jaren. Hij kreeg het gemeentebestuur op zijn hand zodat aan
inrichting en aankleding van het gemeentehuis op korte termijn aandacht en
gelden werden besteed.
In 1977 besloot de gemeenteraad, op voorstel van het college van
burgemeester en wethouders
(in dat college beheert burgemeester Scholten de portefeuille van kunstzaken)
ten laste van de algemene middelen van de gemeente een fonds "Verfraaiing
gemeente" in te stellen. In het fonds werd in de jaren 1976 tot en met
1981 jaarlijks niet minder dan f 50.000,- gestort. In de jaren 1982 en
1983 werd het bedrag teruggebracht tot f 30.000,-,
om redenen van algemene bezuinigingen. In 1984 en 1985 werd telkens f 15.000,- gestort, terwijl sedert 1986 het bedrag werd
verhoogd tot f 20.000,-.
Behalve uit het fonds "Verfraaiing gemeente" kan de
gemeente Schijndel ook beschikken over een fonds, dat gevoed wordt door daarin
van elke m2 verkochte woningbouwgronden, voorzover
toegestaan f 2,-
later verhoogd tot f 2,50 te storten.
Aldus kan vanaf 1977 gewerkt worden aan wat dan in een woord
"Verfraaiing" van de gemeente genoemd wordt. De werkwijze werd vrij
eenvoudig gehouden; geen omvangrijke commissies kwamen eraan te pas.
Burgemeester Scholten zelf trok de kar, daarbij bestuurlijk geschraagd door de
besluitvorming in het college van burgemeester en wethouders.
Met de fractievoorzitters uit de gemeenteraad werd wat de grote
lijnen betreft steeds voeling gehouden. Deze manier van werken werd hier en
daar nog wel eens bekritiseerd: kunstaanmaak en kunstaankoop zou in een veel
bredere kring bediskuteerd moeten worden.
Wat er van zij, in de loop van de afgelopen 10, 12 jaren kwam een
ware stroom van zeer gevarieerde kunstuitingen naar Schijndel toe.
We sommen hier op:
* 4 bronzen beelden, recht uit het leven gegrepen, uitbeeldende
de drie KKK's: de klompenmaker, de kaarsenmaker en de kousenbreister, aangevuld
met de hopplukker. In deze serie passen eveneens de bronzen beelden de
reepmaker en de schaapscheerder;
* bronzen beelden die doelbewust duiden op het Schijndelse
gebeuren: de Fietsstart, Scout en scoutess, Sleutje's spook, de Harmonie, het Gesprek, de Betweters, de Kloek, Nieuw Leven,
Antonius met het varken, Balans, Man en Vrouw, Samengaan;
* bronzen beelden die alleen maar aangenaam zijn om naar te
kijken, zoals de Omhelzing, de Centaur, Europa en de stier (2x), de
Vrouwentors, Chinees meisje, Pierrot, Leda en de zwaan, Leunende vrouw,
Zilverreiger, Jong meisje, Nachtvlucht, Paard en ruiter, Vogelmeisje, Rond figuur;
* bronzen, die een speciale betekenis hebben of een persoon
uitbeelden, zoals het borstbeeld van hare majesteit koningin Beatrix, Monument
voor de eerste kus, 5 bronsplastieken in het gemeentehuis;
* gouaches, olieverfschilderijen, etsen, wandkleden, aquarellen,
historische kaarten, kleireliëf in 8 panelen, stemvaas, engelen in steen;
* bijdrage in de kosten van de beiaard in de Sint
Servatiustoren;
* bijdrage
in de kosten van een grammofoonplaat van de Schijndelse musicus Hans de Jong.
In woord en
beeld wordt in dit boek aan ongeveer 40 objecten in brons aandacht besteed.
Hoe ging de selectie in de afgelopen 10, 12 jaren in zijn werk?
Vaak werd doelbewust een kunstenaar aangezocht - van wie elders
werk te zien was en die concreet gevraagd werd - dit of dat in brons uit te
beelden, zoals b.v. aan Niek van Leest opdracht werd gegeven vier, voor
$chijndel kenmerkende beroepen uit te beelden of zoals Mieke Coppens-Frehe
werd aangezocht, de reepmaker uit te beelden. Frank Letterie schiep aldus de
schaapscheerder. Of er werd gezocht naar de kunstenaar, die een opdracht kreeg
een Schijndels gebeuren tot expressie te brengen, zoals b.v. gebeurde met de
Fietsstart van Jits Bakker, Scout en scoutess van Marga Brey, Sleutje's spook
van André Lassen, de Harmonie van Hans Goddefroy, de Kloek van Dolf Wong,
Antonius met het varken van Niel Steenbergen, Balans van Frank Rosen, Samengaan
van Bob Stolzenbach en Nieuw leven van Ru van Rossem.
Het kwam ook voor, dat reeds bestaande kunstwerken werden
aangekocht in verband met Schijndel's wel en wee, zoals b.v. in het geval van
de Betweters in de raadzaal van Tjikkie Kreuger, het Gesprek van Pieter d'Hont,
Man en vrouw van Peter Erftemeijer.
In een aantal gevallen viel spontaan de naam van een kunstenaar
en werd hem gevraagd, een beeld in brons naar eigen kunstinzichten te maken.
We noemen hier de Fluitspelende Centaur van Fons Bemelmans, van wie nadien nog
uit de bestaande collectie Europa en de stier werd aangekocht. We vermelden
verder de Nachtvlucht van Theresia van der Pant.
Voorts bieden de galeries, de kunstzalen, de beeldentuinen of
het atelier van de kunstenaar goede gelegenheden tot kunstaankoop. We noemen
hier:
- Omhelzing, Frans Deeleman,
- Vrouwentors, Maria Glandorf,
- Chinees meisje, Agnes Berck,
- Pierrot, Eric Claus,
- Leda en de zwaan, Jos Oehlen,
- Rond figuur, Jos Oehlen,
- Leunende vrouw, Charlotte van Pallandt,
- Zilverreiger, Evert den Hartog,
- Europa en de stier, Evert den Hartog,
- Jong meisje, Geurt Brinkgreve,
- Paard en ruiter, Anke Beekmeijer,
- Vogelmeisje, Arend Soerink,
- 5 bronsplastieken, Wil! Landman - Joris Gaymans.
De bronzen buste van koningin Beatrix werd in opdracht van het
gemeentebestuur vervaardigd door Anneke van der Horst, terwijl het monument
voor de eerste kus spontaan te koop werd aangeboden door de Schijndelse
kunstenares Karin Colen.
Enkele wandkleden werden speciaal in vrije opdracht vervaardigd,
zoals b.v. het wandkleed van Liesbeth Lehr, in de raadzaal en de Spaanse mantel
van Aurelia Munoz te Barcelona. Van laatstgenoemde kunstenares werd in een
persoonlijk contact te Barcelona het wandkleed in de trouwzaal, Construcción,
aangekocht.
Schilders als Frans Manders, Kees Bol, Dorus van Oorschot en
Toine van de Vorstenbosch vervaardigden schilderijen in opdracht van het
gemeentebestuur. Van andere schilders werd bestaand werk aangekocht, zoals b.v.
van Gerrit Neven, Kees Verwey, Jan van Diemen en Joop van den Broek.
De stemvaas in keramiek maakte Geert Schröder voor de gemeente
Schijndel, voor de technische school ontwierp Hans Claesen zijn 8 kleipanelen.
Tot slot verdient de bijdrage uit de kunstpot voor de aankoop van Schijndel's
beiaard de aandacht.
Al met al een ware lusthof der muzen, de moeite en het geld
waard, een goede investering voor de toekomst.
Niet altijd behoefde de gemeente zelf in haar fondsen te tasten
bij de kunstverwerving. De Mallejan van Frank Letterie was een schenking van
houtbedrijf Van Swaaij en het Paardehoofd van Arthur Sproncken kwam op zijn
sokkel in Schijndel terecht dankzij het 25-jarig bestaan van Van Tartwijk
Bouwbedrijven. Gelijktijdig met het verschijnen van dit boekwerk werd in de
woonwijk Plein, ter hoogte van de voormalige fabrieken van Jansen de Wit, de
Sirene van Nic Jonk onthuld als blijk van waardering voor de Schijndelse
gemeenschap van Amev Ontwikkeling Maatschappij N.V. Ook werd nogal eens een
beroep gedaan op de Rijksdienst Beeldende Kunst, waardoor kunstwerken in
velerlei vorm aan de gemeente Schijndel in bruikleen werden afgestaan.
Dit boek,
product van eensgezindheid van allen, die de woonwijk Plein gestalte hebben
gegeven, uitgegeven onder auspiciën van de gemeente Schijndel, zal voor velen,
die het onder ogen krijgen, een aangename bron van kunstvreugde zijn.
Schijndel,
september 1988
Terug naar Beeldschoon Schijndel