Wanneer we de "oudjes" onder onze dorpsgenoten over
"vruuger" horen verhalen, dan valt menigmaal de naam "de geel
rčijers". Vraag je dan wie of wat "de geel rčijers" waren, dan
krijg je als antwoord: "dč waare soldaten te pčrd, oftewel ut pčrdevolk,
gedurende de urste wirreldorlog" .
Soms wordt er dan nog aan toegevoegd: "dč waare gin
braaf', of "dur waare skelme bč".
(Op deze toevoegingen komen we later terug).
Willen we een juist beeld krijgen van de "geel
rijers" of zoals het in goed Nederlands luidt "De Gele Rijders",
dan moeten we ons verplaatsen naar de jaren van de EERSTE WERELDOORLOG. Dat
was de tijd waarin onze dorpsgenoten kennis maakten met de "Gele
Rijders" of zoals de naam officieel luidt, met het "Korps Rijdende
Artillerie" .
Hoewel velen van onze bejaarde dorpsgenoten met een zekere trots vertellen dat zij zich de "Gele Rijders" nog goed kunnen herinneren, blijken in de praktijk die herinneringen niet zo erg groot te zijn. Meestal blijft het beperkt tot het noemen van enkele boerderijen waar "Gele Rijders" ingekwartierd waren. Ook hoe de militairen door de Groote Straat trokken in hun prachtige uniformen weten ze nog wel. En natuurlijk welke Schijndelse meisjes met een "Gele Rijder" getrouwd zijn.
Afb.2 Uniform
1804-1807 met zwart ledergoed
Enkele ouderen kunnen zich nog vaag herinneren dat er in het Patronaat een groot feest was.
Uit archieven blijkt dat dat is geweest ter gelegenheid van het 125-jarig
bestaan van het korps.
Afb.3 Verkleinde kopie uit D.N.S.-
blz. 381
Presentielijst 125-jarig bestaan van het K.R.A.