Op Schijndels grondgebied hebben door de jaren heen in totaal op
acht verschillende plaatsen molens gestaan. Door de tijd heeft Schijndel een
groot deel van deze molens weer verloren, al dan niet na reeds tijdens hun
bestaan herbouwd te zijn geweest, waardoor er heden nog slechts twee komplete
molens resteren.
De molens die er niet meer staan kwamen aan hun einde door
oorlogsgeweld (3), zware storm (1), brand na blikseminslag (1) en door het
simpelweg afbreken (1). De diversiteit qua type molens was redelijk gevarieerd;
achtkante bergmolen (1), standerdmolen (4), ronde stenen bergmolen (3),
waarvan er van het laatste twee zijn overgebleven. In dit hoofdstuk komen alle
molens aan de orde voor wat betreft hun geschiedenis.
Gedurende de jaren 1895 tot 1914 zijn er zes molens tegelijk in
bedrijf geweest, getuige een afbeelding van de topografische kaart uit 1896. In
verband met de omvang van de kaart is de "Koeveringse molen", die
dicht bij Sint-Oedenrode stond, weggelaten op deze afdruk. Van 1914 tot 1933
zijn er zelfs zeven molens tegelijkertijd in bedrijf geweest, hetgeen een
geweldig dorpsaanzicht moet hebben gegeven.
Voorts is het interessant nog op te merken dat de weinige wel
nog aanwezige archiefstukken, zijnde uitvoerige en beredeneerde verslagen van
de toestand van de gemeente Schijndel gedurende de jaren 1851-1935, de volgende
aantallen vermelden:
1860 |
1925 |
|
3 |
- |
boekweitmolens |
- |
2 |
graan - / oliemolens |
2 |
- |
lijnkoekmolens |
- |
6 |
molenaars |
1 |
- |
molenmaker |
1 |
- |
pelmolen |
1 |
- |
run - / schorsmolen |
3 |
4 |
windkorenmolens |
De grondslag waarop deze indeling is gebaseerd, alsmede welke
molens bedoeld worden, is mij bij nadere bestudering helaas niet duidelijk
geworden, vanwege het op dit gebied ontbreken van een beredeneerde toelichting.