Terug naar Schijndel Toen en Nu
Inleiding
De
oorsprong van Schijndel ligt volgens geschiedschrijvers in de Frankische
periode, al is niet met zekerheid te zeggen wanneer Schijndel precies is
ontstaan. De naam zou zijn gevormd door de samenvoeging van de woorden Schijn
(spook) en Loo (bos), Schijnlo of Spookbosch. Later is die naam veranderd tot
Schijndel.
De
plaats ontwikkelde zich in de loop der jaren tot een typisch straatdorp langs
de weg van Den Bosch naar Eindhoven met vooral lintbebouwing. Als beeldbepalende
elementen waren vroeger het raadhuis en de kerk aanwezig.
Het
raadhuis, gebouwd in de achttiende eeuw, werd in de Tweede Wereldoorlog
volledig verwoest. De kerk heeft ook enkele rampen meegemaakt, zoals het
platbranden en plunderen in 1512 door Gelderse troepen. Later werd de kerk
herbouwd en moest hij worden afgestaan aan de protestanten.
In
1813 gingen de protestanten naar een eigen kerk, waardoor de katholieken weer
gebruik konden maken van de oude kerk. Nog ouder van oorsprong is de toren die
door veel geluk overeind is gebleven. Volgens onderzoek is de toren in de
zestiende eeuw neergezet.
Veel
mensen woonden er eerst niet in Schijndel. In het jaar 1855 werden er 4.609
Schijndelnaren geteld, in 1930 kwam men uit op een aantal van 8.069. Pas na
1930 groeide het inwonertal tot een totaal van op het moment ongeveer 20.000.
Net
als in veel andere plaatsen in Brabant leefden de inwoners van de landbouw. Er
werden ook zwarte bessen geteeld en verder rogge, haver en bieten die vooral
naar de markten in de grotere steden als Den Bosch, Tilburg en Eindhoven werden
gebracht.
Met
de opkomst van de industrie, zoals in de fabrieken van Bolsius of Jansen de
Wit, veranderde het leefpatroon en gingen vele Schijndelnaren in de nijverheid
werken.
Plattegrond van de Gemeente Schijndel met Wapen en Vlag
Terug naar Schijndel Toen en Nu